Hieronder een fotoverslag van een totaalrevisie van een professionele dwarsfluit. Nota Bene: De Fluitstudio neemt geen nieuwe opdrachten aan voor revisies. deze revisie wordt alleen uitgevoerd op instrumenten die geheel van zilver of goud zijn. De polsters die gebruikt worden vereisen een nauwkeurigheid van de gatrand in de orde van 0,02 mm. Om dat te realiseren wordt een een fiezeltje van de bovenste rand van het gat afgeslepen. Bij een verzilverde fluit ben je dan al gauw door de verzilvering heen. Een ander verschil met een revisie van een studiefluit is dat ik veel meer tijd aan het polsteren besteed. Het resultaat is er ook naar: perfecte klank, snel aanspreken (ook in de laagste noten), een rustig en betrouwbaar lopend mechaniek.
- Het voorbereidende werk bestaat uit inspectie en het meten van de huidige klepopeningen.
- De fluit wordt helemaal, tot het laatste schroefje, uit elkaar gehaald.
- De onderdelen waarmee de fluitdelen in elkaar schuiven heten tappen. Hier wordt de onderste tap van het middenstuk strak gericht en opgerekt.
- In de cirkel kun je een krasje zien. Dat moet worden gerepareerd.
- De kras wordt door bruineren gladgestreken. Het gereedschap is van zeer hard staal, zeer glad gepolijst. Zoals veel technieken in de fluitenbouw, komt ook deze uit de zilversmederij.
- Als al het reparatiewerk aan de body gedaan is wordt deze gepolijst met parijs rood, voor een hoge glans.
- Met speciaal hiervoor ontwikkeld gereedschap wordt de bovenkant van het gat loepzuiver vlak geslepen. Daarnaa wordt de gatrand afgewekt met micro-polijstfilm
- Nu is het mechaniek aan de beurt. Samengestelde assen worden met conische pennen bijeen gehouden. Hier wordt een pen uitgeperst.
- Na langdurig gebruik ontstaat speling in het klepmechaniek. Om dit te verhelpen wordt met een spantang de as strak tegen de binnenas aangetrokken. De kleppen moeten heel licht lopen, maar zonder te kunnen wiebelen. Dit gaat op de honderdste millimeter.
- Soms zijn de assen of kleppen iets verbogen. Bij de pijl zie je een flintertje licht. Fout! gaan we verhelpen.
- Alle soorten polsters heb ik getest, en dit zijn echt de beste: De S2 polster. rechts een traditionele polster, links de S2, je ziet hoe veel nauwkeuriger hij is. Dit materiaal vereist een zeer nauwkeurige werkwijze, maar het resultaat in klank is zeer overtuigend.
- Onder de polster wordt een vlakke stabilisatiering gelijmd. Hierdoor ligt de polster op een zuiver vlakke ondergrond.
- De polster wordt op zijn plaats gehouden door een schroef met daaronder een brede ring. Tussen schroef en ring wordt een piepklein ringetje van plastic geplaatst zodat ook daar niet gelekt kan worden.
- De polster moet perfect aansluiten op het gat. Dit wordt gecontroleerd met een lichtbron in de fluit. daaronder zie je een vloeitje, een ouderwetse maar nog steeds nuttige manier om lekken in polsters op te sporen.
- De kleine polsters, van de cis en de trillerkleppen, zijn ingelijmd. Door de lijm te verwarmen kan de polster in de klep gemanipuleerd worden, want ook deze kleine polsters moeten perfect sluiten.
- De open klepstand of klepopening is belangrijk voor de klank, de intonatie en het speelgemak. Hier zie je bij de pijlen dat de G en A kleppen een nogal verschillende opening hebben.
- In de kop komt een nieuwe kurk. Hier is hij klaar om ingelijmd te worden.
- De kopkurk is ingespannen om op maat te worden geslepen. Te klein, en hij zal spoedig gaan lekken, te groot en de klank slaat dood.
- De gemonteerde fluit wordt eerst uitgebreid spelend getest, daarna wordt de stemming doorgelopen. De reparateur heeft met de klepopening een instrument in handen om de stemming zo nodig te corrigeren.
- Tenslotte wordt de fluit gesmeerd. Hiervoor worden meerdere olien en vetten gebruikt. Mijn favoriet is Albelf C68. Deze is niet te dun en laat bij opdrogen geen residu achter.
- Na uiteidelijk nog eens napoetsen en nog een keer testen is de fluit klaar. De klant krijgt een sms-je en het werkformilier wordt afgetekend.